Ostra bahn
De heer Otto Straznicky verwierf in Duitsland niet alleen faam dankzij zijn Ostra-baan, een reizend stoomtreinbedrijf op tuinspoorformaat waarmee hij vele evenementen opluisterde maar ook omdat hij een bekend verzamelaar was van nummer- en fabrieksplaten van stoomlocomotieven.
Om die verzameling uit te breiden, schreef hij in 1968 een brief aan de directie van de Jülicher Kreisbahn met de vraag of hij de nummer- en fabrieksplaten van de op dat moment twee jaar buiten dienst staande stoomloc 1B kon kopen. Tot zijn verrassing kreeg hij als antwoord dat hij de platen gratis kon krijgen, maar dat hij dan wel de loc erbij moest kopen! Straznicky dacht er niet lang over na en kocht de loc nog hetzelfde jaar en zette haar (gewicht ruim 25.000 kg!) op een stuk spoorrails in zijn achtertuin in Erftstadt, in de buurt van Keulen. Hij noemde zijn nieuwe aanwinst Änne, naar zijn vrouw. Aanvankelijk bracht hij de machine nog een paar keer onder stoom, maar nadat enkele bewoners van een aanpalende flat daar bezwaar tegen maakten, werd Änne gereduceerd tot een statisch monument.
Gedurende 28 jaar lang onderhield hij de machine nauwgezet en met veel liefde: de loc kreeg regelmatig een schilderbeurt, alle appendages en de stoomschuifbeweging werden gangbaar gehouden en tijdens de lange winteravonden ontstak hij de elektrische verlichting van de locomotief. In verband met zijn gevorderde leeftijd werd het onderhoud van de machine evenwel steeds bezwaarlijker en daarom ging hij op zoek naar een organisatie, waar zijn loc in veilige handen zou zijn, en waar ook de expertise aanwezig is om de loc weer in rijvaardige toestand te herstellen. Zodoende is Änne bij de SZB terechtgekomen.
Op 10 december 2017 overleed op 95-jarige leeftijd Otto Straznicky in zijn woonplaats Erftstadt in Duitsland. Tientallen jaren reisde hij binnen en buiten Duitsland rond met zijn modelspoorbaan OSTRA (een samentrekking van Otto STRAznicky), en stal de harten van vele jeugdigen en minder jeugdigen die op zijn stoomtreinen mee mochten rijden. Otto was een gepassioneerd liefhebber van alles wat met stoomtreinen te maken had en bezat een grote collectie aan stoomtrein-gerelateerde zaken. Zo hing zijn huis vol locomotief nummerplaten uit de hele wereld, en ook andere treinzaken waren zo speciaal, dat ze vrijwel alle een plaats vonden in een lokaal museum in Erftstadt. In 1969 kreeg hij de beschikking over een echte stoomlok, die hij als monument in zijn achtertuin liet zetten. Deze 2-assige stoomlok noemde hij Änne, naar zijn overleden echtgenote. Op een keer heeft hij zelfs geprobeerd de stoomlok weer tot leven te brengen, door de ketel op te stoken. Nou grensde zijn tuin direct aan een torenflat van 10 hoog, en je kunt je de reactie van de flatbewoners voorstellen toen de roetwolken langs hun balkons omhoog dwarrelden. Bij die ene keer is het dus gebleven. Halverwege jaren ’90 was Otto al in de 70 qua leeftijd, en begon hij zich zorgen te maken over de toekomst van de stoomlok. Als geboren Oostenrijker had hij er moeite mee indien de lok in Duitse handen zou overgaan, en werd hij aan enkele spoorwegenthousiasten uit Zeeland aangeboden. Uiteindelijk werd de lok eigendom van de groep vrienden die zich SZB (Spoorweg-Maatschappij “Zuid Beveland”) noemt, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de lok Änne zou blijven heten. In 1995 is hij opgehaald uit Erftstadt en sindsdien wordt hij langzaam maar zeker op de Bevelanden in haar oude glorie hersteld. Otto bleef altijd zeer geïnteresseerd in hoe het met Änne ging, en deed af en toe een donatie in de vorm van trein-gerelateerde spullen, om te verkopen en op die manier fondsen te verwerven voor de restauratie. Geregeld brachten de leden van SZB een bezoek aan de, steeds ouder wordende, Otto. Met zijn overlijden is een markant mens heengegaan, die ons nog lang zal bijblijven.